Af en toe een geheim is juist gezond.

Type: Krantenartikel (online)

Auteurs: Sara Berkeljon, interview Wismeijer, A., & Waringa, R.A.

Uitgever: Volkskrant, 2009


Samenvatting: ⇣

Tekstweergave artikel

Over seks wordt het meest gelogen, aldus psycholoog Andreas Wismeijer. ‘Sommigen zeggen: ik ben totaal transparant. Dat kán helemaal niet.’

Zijn er mensen zonder geheimen?
‘Ik denk het niet. Als er al iemand is, dan heeft die persoon een zeer sterke psychopathologie. 

Wat betekent dat?

‘Dat ie een psychische ziekte heeft, waardoor hij geen risico-inschattingen kan maken.’

Iemand zonder geheimen komt nergens in het leven.

‘Die is gedoemd, trapt zichzelf steeds dieper in de modder. Het is niet slim om eerlijk te zeggen wat ik van mijn baas vind. Ik zeg ook niet tegen m’n partner dat ik eigenlijk wel eens X of Y wil doen. Sommige mensen zeggen: ik ben totaal transparant. Dat kán helemaal niet. Dan ben je iedereen continu aan het schofferen. Als ik vertel dat ik het huiswerk van mijn studenten niet nakijk, word ik misschien wel ontslagen. De vraag is: wanneer is een geheim terecht een geheim, en wanneer doe je jezelf tekort door iets geheim te houden? Daar moet je achter zien te komen.’Psycholoog Andreas Wismeijer (34) promoveerde begin dit jaar op de relatie tussen geheimen en welzijn. Onlangs verscheen zijn populair-wetenschappelijke boek over het onderwerp. Wat blijkt: het permanent hebben van geheimen is slecht, soms een geheim hebben is gezond. Wismeijer heeft in de loop der jaren – hij begon vijf jaar geleden met zijn onderzoek – ‘duizenden’ geheimen gehoord. ‘Toen bekend werd dat ik hier onderzoek naar deed, begonnen mensen te bellen en te e-mailen. Soms stonden ze voor de deur om hun geheim op te biechten. Een man die fout geweest was in de oorlog, een vrouw die vond dat ze te grote schaamlippen had, een vrouw die jarenlang verkracht was door haar partner.’

Dat lijkt me een rare ervaring.

‘Heel raar, en frustrerend. Ik kon ze een kopje thee geven, een uur met ze praten – waar ik eigenlijk totaal geen tijd voor had – maar ze kwamen geen klap verder. Ik vertelde dit aan Alexander Waringa, een collega-psycholoog hier aan de universiteit. Hij zei: we maken een website waarop mensen anoniem hun geheim kwijt kunnen. Het was meteen een succes, met nu meer dan 30 duizend bezoekers per maand. Maar je kunt het ook een drama noemen. Ik betaal het zelf en het kost me handenvol geld. Het is niet vol te houden. Ik ben niet moeder Theresa.’

Is geheimhouding aangeboren gedrag?

‘Het zijn evolutionair bepaalde mechanismen. De eerste geheimpjes zijn er rond het vijfde levensjaar, en vanaf een jaar of acht gaan kinderen geheimen strategisch inzetten om straf te ontlopen. Dat blijven we ons hele leven doen. Het hebben van geheimen wordt bovendien aangemoedigd tijdens de opvoeding.’

Hoe?

‘Dat begint al bij heel kleine kinderen. Als jij vrolijk bent, gaan andere mensen lachen. Als jij gaat miepen, worden de mensen boos op je – je moet bepaalde gevoelens dus verborgen houden.’

Waarom is een geheim handig?

‘Je voorkomt ermee dat je uitgestoten wordt. Vroeger gold: als je uit de groep werd gezet, kon je je niet verdedigen tegen roofdieren, je kon bijna niet jagen en je kon je niet voortplanten. Als je wél in de groep bleef, kreeg je nakomelingen. En één van de mechanismen waarmee je ervoor kunt zorgen dat je in de groep blijft, is geheimhouding. Mensen die goed konden liegen, bedriegen en geheimen konden bewaren – daar zijn wij uiteindelijk de nakomelingen van.’

Zijn geheimen nog steeds nodig om te overleven?

‘We hebben salaris, een pinpas, de bakker hoeft mij niet aardig te vinden om mij een brood te verkopen en zelfs voortplanting kun je betaald doen. Dus eigenlijk niet. Maar we hebben ook nog steeds haar op onze armen.’

Hebben dieren ook geheimen?

‘Jazeker. Ik heb twee katten, en verdomd: die ene zit vanachter de bank te loeren naar die andere, die net wakker is. Hij verstopt zich, zodat hij kan aanvallen! Dat is een geheim – hij houdt bewust informatie verborgen.’

Wat is het meest voorkomende geheim?

‘Alles wat met seks te maken heeft. Dat is altijd zo geweest, sinds de eerste onderzoeken naar dit onderwerp. Vreemdgaan, fantasieën, masturberen: hoe vaak, op welke plek, waar je aan denkt – er zijn zoveel variabelen. Daarna komen geheimen over relationele problemen, ziektes, persoonlijk falen. Seks staat onbetwist op één.’

Waarom?
‘Omdat we het allemaal doen. Andere veelvoorkomende geheimen gaan over ziekten: over aambeien, bijvoorbeeld. Het verschil is: we hebben niet allemaal aambeien, we hebben wel allemaal seks. Toch heb ik nog nooit iemand horen zeggen dat hij wat later was omdat hij nog even wilde masturberen. Van seks met hun partner zullen veel mensen misschien zeggen: dat gaat je niks aan. Maar masturberen wordt echt ontkend, dat is toch een beetje zielig, een beetje vies.’

Wanneer is iets een geheim, en wanneer een kwestie van privacy?

‘Die scheidslijn is moeilijk te trekken. Maar als het om seks gaat, wordt er vaak bewust gelogen: ik heb deze week niet gemasturbeerd, ik ben nooit vreemdgegaan. Als ik aan twintig voorbijgangers vraag of ze ooit zijn vreemdgegaan en ze zeggen allemaal ‘Nee’, dan is dat gewoon niet waar. Statistisch gezien.’

Wat kunnen de negatieve gevolgen zijn van een geheim?

‘Allereerst: piekeren. Denk aan Marc-Marie Huijbregts. Hij heeft tien jaar lang een pruik gehad. Triviaal – maar hij zei: ik kon aan niets anders meer denken, het was een obsessie. Dat zie je vaak bij mensen met een groot geheim: ze zijn er continu mee bezig. Daarnaast zijn ze somber, achterdochtig, bang hun mond voorbij te praten. En ze maken hun geheim veel erger dan het is, ook door gebrek aan feedback. Dat meisje dat vindt dat haar schaamlippen te groot zijn, gaat nooit douchen na het sporten en draagt altijd twee onderbroeken over elkaar. Daardoor wordt zo’n geheim groter en groter. In haar ogen zijn die schaamlippen echt monstrueus.’

Wanneer moet je een geheim opbiechten?

‘Als je geen last hebt van je geheim, is het beter het voor jezelf te houden. Hoe erg het geheim ook is. Stel dat jij iemand hebt vermoord en je weet zéker dat niemand ervan weet. Op basis van een rekensom – dus los van morele gronden, daar hebben we het hier niet over – zou je dan moeten zeggen: niet vertellen. Kan iemand er wél achter komen, is het een ander verhaal. Want: als mensen zélf achter je geheim komen, worden ze heel erg boos. Als jij het vertelt, worden ze ook boos – maar minder. Je moet elke keer de analyse maken: wat zijn de kosten van het hebben van het geheim? En wat zijn de kosten van het opbiechten?’

Dus: eerlijk zijn is overgewaardeerd.

‘De algemene consensus lijkt: nooit liegen, nooit vreemdgaan, altijd eerlijk zijn. Maar dat doen we niet, zo simpel is het. Moreel gezien is het misschien beter om geheimen op te biechten. Maar niet altijd, want je kunt er een ander mee belasten.’

Wat is de meest opmerkelijke uitkomst van het onderzoek?
‘Ik had verwacht dat je geheimen zou kunnen indelen van klein naar groot. Dat bleek totáál onhaalbaar. Is vreemdgaan een groot geheim? Als jij denkt: vervelend, krasje op m’n blazoen – maar niemand weet het en je kunt er prima mee leven, dan is het goed om het geheim te houden. Een ander voelt zich misschien een leven lang schuldig, daar valt geen peil op te trekken. Een voorbeeld: ik sprak een man die stiekem Spaans leert en zich kapot schaamt. Hij komt uit een achterstandsbuurt, heeft geen geld om naar Spanje te gaan, hij doet er niets mee – het is totaal onwerkelijk dat hij die taal wil leren. En kennelijk voelt hij dat zelf ook. Hij zegt: mensen zullen denken dat ik gek ben.’

Ben je anders gaan denken over je eigen geheimen?
‘Ik ben mezelf veel beter gaan begrijpen. Ik wist niet dat sociale angst, of de angst voor afwijzing, zó belangrijk is. Als je uitgelachen of genegeerd wordt, word je boos en verdrietig, je wilt door de grond zakken. Als we op dat moment een scan van je hoofd zouden maken, zien we dat bepaalde hersengebieden actief zijn. En dat zijn exact dezelfde gebieden die oplichten wanneer ik je fysiek pijn doe.’

Wat wil dat zeggen?

Het meest relevante systeem voor onze overleving is het pijnsysteem. Als je pijn hebt, laat je alles uit je handen vallen. Er is buiten fysieke pijn maar één ding wat dezelfde hersengebieden doet oplichten: afwijzing. Afgewezen worden, is dus evolutionair gezien zó levensgevaarlijk, dat het gekoppeld is aan ons pijnsysteem. Wij zijn allemaal ieder moment aan het meten hoe we het doen bij anderen.’ 

Ben jij je daar altijd van bewust?
‘Ik signaleer bij mezelf wanneer de oermens in mij actief is. Als ik een stukje speculaas eet, bijvoorbeeld. Verdomme, wat is dát lekker. Voor ik het weet, heb ik vier stukjes gegeten. Hoe komt dat? Speculaas heeft een bepaald vetgehalte en je weet maar nooit wanneer je weer te eten krijgt. Misschien moet ik het niet zeggen, maar ik heb voor jou al lang een inschatting gemaakt: jong, vrouw, is er iets mogelijk? ‘Dat is het fascinerendst: we leven in 2009, maar ons lijf doet iets heel anders. Wat voor grote bek we ook opzetten, hoe we ook pretenderen onafhankelijk van anderen te zijn – het is gewoon niet wáár. Iedereen, echt ie-de-reen, loopt met dezelfde kwetsbare gevoelens rond. Van al die mensen die ik over hun geheimen heb gesproken, weet ik: dit zijn geen rare mensen. Dit zijn wij allemaal.’

Bron: Volkskrant

Gerelateerd

<- Terug naar Publicaties